De eerste tekst die terug te vinden valt in deze literatuurlijst heet voluit "Economic Calculation: the Austrian Contribution to Political Economy", van de hand van P. J. Boettke.
Voor mensen die nog geen kennis hebben gemaakt met de Oostenrijkse School heeft deze tekst zowel voor- als nadelen. Ik beschouw mijzelf als deel van "die mensen" - afgezien van een eerste paar schuchtere hoofdstukken uit G. Callahan's Economics for Real People - die slechts op een afstand al eens van deze vreemdsoortige theoretici hebben gehoord. Wat ik dan dacht als nadeel te (onder)vinden was een tekst van een niveau dat moeilijk bereikbaar is voor een leek. In zekere mate lijkt die vrees terecht aangezien het gaat om een paper van toch wel academisch niveau. Desalniettemin schrijft Boettke heel erg helder en precies, wat er voor zorgt dat je zelden het gevoel hebt dat er werkelijk té veel over je hoofd heen gaat.
Het voordeel van de tekst zit er hem dan ook in dat het onderwerp van de tekst, het concept "economic calculation", duidelijk wordt uitgelegd en gesitueerd. In de inleiding maakt Boettke duidelijk dat het zijn opzet is economic calculation als analytisch concept weer te geven, dit vervolgens te contrasteren met wat hij "socialist calculation" dubt en vervolgens weer te geven waar de verschillen en gelijkenissen tussen Mises enerzijds en Hayek anderzijds zich bevinden in dit debat. Wat ik zal proberen te doen in wat hierna volgt is enkele punten uit de tekst die ik zelf het interessantst vond even highlighten.
Op het einde van de inleiding haalt Boettke kort een verschil aan tussen Mises en Hayek, meer bepaald gaat het om het publiek dat zij elk respectievelijk beoogden te bereiken met hun werk. Hoewel buiten kijf mag staan dat wel een zekere mate van "intellectuele capaciteit" vereist is om hun werk te vatten, meent Boettke dat zij wel degelijk beiden een verschillend publiek trachten te bereiken. Daar waar "Mises wrote to a wider audience and for the ages, Hayek wrote for a particular time and place and to a narrow specialist audience." (p. 134) Dit heeft al los te maken met een punt wat ik later zal trachten te maken, meer bepaald de contextuele gebondenheid van het werk van beide auteurs. Hoewel het slechts een kleine nuance uitmaakt, lijkt het mij dat we deze gedachte in ons achterhoofd moeten houden wanneer we het werk van Mises dan wel Hayek lezen: de tijdsgeest binnen dewelke zij schreven én hun op-dat-ogenblik beoogde doelgroep.
De essentie van de tekst, zoals hier al eerder aangehaald, is aan te tonen dat om aan economische calculatie te doen, prijzen een noodzakelijkheid zijn. Mises wijst ons er hier op dat private eigendom daarvoor de basis vormen. De argumentatie, die uit drie stappen bestaat, gaat als volgt: (1) als men geen productiemiddelen in (private) eigendom kan hebben, is het onmogelijk een markt voor deze productiemiddelen te ontwikkelen. De ratio hier van ligt eerder voor de hand: ruil (bezoldigd of niet) kan pas rechtmatig gebeuren indien de goederen die geruild worden eigendom van de respectievelijke partijen zijn - zoniet is er sprake van diefstal. (2) Deze markt is noodzakelijk om de (markt)prijzen van deze productiemiddelen vast te stellen. (3) Indien er geen prijzen zijn om de relatieve schaarste van deze productiemiddelen weer te geven, dan zijn economische actoren niet in staat om op rationele wijze na te gaan wat valabele alternatieve zouden kunnen zijn. Anders gezegd, zij zouden niet in staat zijn om een keuze te maken tussen verschillende productiegoederen of kosten in te schatten.
"Economic calculation" is met het proces waarbij een actor ofwel de uitkomst van een "future action" tracht te achterhalen of de uitkomst, het effect van een "past action" tracht vast te stellen. Prijzen en a fortiori private eigendom zijn hiervoor, zoals gezien, noodzakelijk, daar zij de maatstaf zijn aan de hand waarvan de actor kan nagaan ("calculeren") of hij zijn middelen efficiënt heeft gealloceerd.
Het tweede deel van de tekst tracht "economic calculation" in zekere mate te positioneren of contrasteren met "socialist calculation". Het meest interessant hier lijkt mij het eerste van de twee antwoorden die socialisten gaven aan Mises' theorie. Dit antwoord hield in dat zij de kritiek van Mises erkennen, m.a.w. inzien dat een socialistische economie een inboeting aan efficiëntie (i.e. van allocatie van middelen) betekent. Immers, aangezien bepaalde of alle productiemiddelen zich niet langer in private eigendom bevinden, maakt dit een aanzienlijke aantasting van het oordeelsvermogen van actoren op de markt uit. Echter, zo argumenteren de socialisten, vinden zij dit verlies aan efficiëntie en bijgevolg ook welvaart aanvaardbaar in het licht van een meer "just distribution of income". De vraag die je je daarbij kan stellen is dubbel: (1) wie bepaalt in dat geval wat een 'rechtvaardige' inkomensverdeling zal zijn en (2) wat maakt dat een vrije en dus onbelemmerde markt niet rechtvaardig is? In het laatste geval lijkt (een) rechtvaardig(e inkomensverdeling) dan ook in termen van efficiëntie en allocatie van middelen uitgedrukt te zijn. Dit betekent, marktprijzen weerspiegelen welke consumptiegoederen het meest 'gewenst' zijn door de consument - rechtvaardigheid bestaat er in dat geval dan mogelijks in dat de vraag van de consument zo goed als mogelijk weerspiegeld wordt in prijzen, wat een onbelemmerde markt vereist. Economische calculatie als middel om (economische) rechtvaardigheid te bewerkstelligen?
In dezelfde eerdere blogpost is er al op gewezen dat één van de bijdragen van Hayek is geweest om aan te tonen kennis een belangrijke rol speelt binnen het marktproces en meer bepaald dat prijzen niet enkel een manier zijn om kennis over te dragen, maar ook kennis a.h.w. genereren.
Het is wat moeilijk een eind aan deze post te breien aangezien deze vooral uit wat losse gedachten (noem het een slechte samenvatting) bestaat die ik had bij het lezen van deze tekst. Zoals ik bij in het begin zei is dit een uitdagende tekst, maar juist daarom leerzaam.
Voor mensen die nog geen kennis hebben gemaakt met de Oostenrijkse School heeft deze tekst zowel voor- als nadelen. Ik beschouw mijzelf als deel van "die mensen" - afgezien van een eerste paar schuchtere hoofdstukken uit G. Callahan's Economics for Real People - die slechts op een afstand al eens van deze vreemdsoortige theoretici hebben gehoord. Wat ik dan dacht als nadeel te (onder)vinden was een tekst van een niveau dat moeilijk bereikbaar is voor een leek. In zekere mate lijkt die vrees terecht aangezien het gaat om een paper van toch wel academisch niveau. Desalniettemin schrijft Boettke heel erg helder en precies, wat er voor zorgt dat je zelden het gevoel hebt dat er werkelijk té veel over je hoofd heen gaat.
Het voordeel van de tekst zit er hem dan ook in dat het onderwerp van de tekst, het concept "economic calculation", duidelijk wordt uitgelegd en gesitueerd. In de inleiding maakt Boettke duidelijk dat het zijn opzet is economic calculation als analytisch concept weer te geven, dit vervolgens te contrasteren met wat hij "socialist calculation" dubt en vervolgens weer te geven waar de verschillen en gelijkenissen tussen Mises enerzijds en Hayek anderzijds zich bevinden in dit debat. Wat ik zal proberen te doen in wat hierna volgt is enkele punten uit de tekst die ik zelf het interessantst vond even highlighten.
Op het einde van de inleiding haalt Boettke kort een verschil aan tussen Mises en Hayek, meer bepaald gaat het om het publiek dat zij elk respectievelijk beoogden te bereiken met hun werk. Hoewel buiten kijf mag staan dat wel een zekere mate van "intellectuele capaciteit" vereist is om hun werk te vatten, meent Boettke dat zij wel degelijk beiden een verschillend publiek trachten te bereiken. Daar waar "Mises wrote to a wider audience and for the ages, Hayek wrote for a particular time and place and to a narrow specialist audience." (p. 134) Dit heeft al los te maken met een punt wat ik later zal trachten te maken, meer bepaald de contextuele gebondenheid van het werk van beide auteurs. Hoewel het slechts een kleine nuance uitmaakt, lijkt het mij dat we deze gedachte in ons achterhoofd moeten houden wanneer we het werk van Mises dan wel Hayek lezen: de tijdsgeest binnen dewelke zij schreven én hun op-dat-ogenblik beoogde doelgroep.
De essentie van de tekst, zoals hier al eerder aangehaald, is aan te tonen dat om aan economische calculatie te doen, prijzen een noodzakelijkheid zijn. Mises wijst ons er hier op dat private eigendom daarvoor de basis vormen. De argumentatie, die uit drie stappen bestaat, gaat als volgt: (1) als men geen productiemiddelen in (private) eigendom kan hebben, is het onmogelijk een markt voor deze productiemiddelen te ontwikkelen. De ratio hier van ligt eerder voor de hand: ruil (bezoldigd of niet) kan pas rechtmatig gebeuren indien de goederen die geruild worden eigendom van de respectievelijke partijen zijn - zoniet is er sprake van diefstal. (2) Deze markt is noodzakelijk om de (markt)prijzen van deze productiemiddelen vast te stellen. (3) Indien er geen prijzen zijn om de relatieve schaarste van deze productiemiddelen weer te geven, dan zijn economische actoren niet in staat om op rationele wijze na te gaan wat valabele alternatieve zouden kunnen zijn. Anders gezegd, zij zouden niet in staat zijn om een keuze te maken tussen verschillende productiegoederen of kosten in te schatten.
"Economic calculation" is met het proces waarbij een actor ofwel de uitkomst van een "future action" tracht te achterhalen of de uitkomst, het effect van een "past action" tracht vast te stellen. Prijzen en a fortiori private eigendom zijn hiervoor, zoals gezien, noodzakelijk, daar zij de maatstaf zijn aan de hand waarvan de actor kan nagaan ("calculeren") of hij zijn middelen efficiënt heeft gealloceerd.
Het tweede deel van de tekst tracht "economic calculation" in zekere mate te positioneren of contrasteren met "socialist calculation". Het meest interessant hier lijkt mij het eerste van de twee antwoorden die socialisten gaven aan Mises' theorie. Dit antwoord hield in dat zij de kritiek van Mises erkennen, m.a.w. inzien dat een socialistische economie een inboeting aan efficiëntie (i.e. van allocatie van middelen) betekent. Immers, aangezien bepaalde of alle productiemiddelen zich niet langer in private eigendom bevinden, maakt dit een aanzienlijke aantasting van het oordeelsvermogen van actoren op de markt uit. Echter, zo argumenteren de socialisten, vinden zij dit verlies aan efficiëntie en bijgevolg ook welvaart aanvaardbaar in het licht van een meer "just distribution of income". De vraag die je je daarbij kan stellen is dubbel: (1) wie bepaalt in dat geval wat een 'rechtvaardige' inkomensverdeling zal zijn en (2) wat maakt dat een vrije en dus onbelemmerde markt niet rechtvaardig is? In het laatste geval lijkt (een) rechtvaardig(e inkomensverdeling) dan ook in termen van efficiëntie en allocatie van middelen uitgedrukt te zijn. Dit betekent, marktprijzen weerspiegelen welke consumptiegoederen het meest 'gewenst' zijn door de consument - rechtvaardigheid bestaat er in dat geval dan mogelijks in dat de vraag van de consument zo goed als mogelijk weerspiegeld wordt in prijzen, wat een onbelemmerde markt vereist. Economische calculatie als middel om (economische) rechtvaardigheid te bewerkstelligen?
In dezelfde eerdere blogpost is er al op gewezen dat één van de bijdragen van Hayek is geweest om aan te tonen kennis een belangrijke rol speelt binnen het marktproces en meer bepaald dat prijzen niet enkel een manier zijn om kennis over te dragen, maar ook kennis a.h.w. genereren.
Het is wat moeilijk een eind aan deze post te breien aangezien deze vooral uit wat losse gedachten (noem het een slechte samenvatting) bestaat die ik had bij het lezen van deze tekst. Zoals ik bij in het begin zei is dit een uitdagende tekst, maar juist daarom leerzaam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten