donderdag 27 november 2008

Onvervreemdbare rechten

Sommige eigendommen zijn onvervreemdbaar, dit wil zeggen dat de eigenaar er geen afstand van kan doen zelfs als hij dat wil. Voorbeelden hiervan zijn:  controle over lichaam en geest of iemands (toekomstige) wilsbeschikking. Een veel voorkomende poging van het afstand doen van wilsbeschikking is een belofte. Als iemand zegt: “ik beloof u volgend jaar €100 te geven”, dan is dat een belofte. Er is geen overdracht van eigendom, de €100 blijft de eigendom van degene die de belofte maakt.  Wanneer hij later beslist om de €100 toch niet te geven, dan begaat hij geen misdaad. We kunnen pas spreken van een misdaad wanneer er eigendomsrechten geschonden worden. Vermits degene die de belofte krijgt, nooit eigenaar is geweest van de €100 is het uiteindelijk niet geven van de €100 geen schending van de eigendomsrechten. Het enige wat hij kreeg was een belofte van de andere, maar een belofte is niet meer dan een toekomstige wilsbeschikking.  Omdat wilsbeschikking onvervreemdbaar is, heeft degene die de belofte kreeg nooit eigendomsrechten verkregen en kunnen deze ook niet geschonden worden.

Toekomstige wil kan niet overgedragen worden, maar toekomstig geld kan wel overgedragen worden. Als iemand zegt: “ik geef u nu de eigendomsrechten over €100 voor volgend jaar” dan is er wel een overdracht van eigendom. Weigert deze persoon het volgende jaar €100 te betalen, dan begaat hij een misdaad. Hij ontvreemdt eigendom van de rechtmatige eigenaar.

Het is niet onmogelijk om het niet naleven van beloftes toch te straffen door aan een belofte een overdracht van eigendom te koppelen wanneer de belofte niet nageleefd wordt. Bijvoorbeeld: ‘ik beloof morgen aanwezig te zijn’ (Rothbard, 1998).

Rothbard, M. N. (1998). The Ethics of Liberty. New York: New York University Press.

 

Geen opmerkingen: