Some other terms are also regularly used in debates about liberalism. Foremost, the word neoliberalism, mostly seen as grouping rights-theorists and other thinkers who argue strongly in favour of capitalism and a minimal state, like Friedman and Buchanan (West, 1996: 38-39). Neoliberalism is a much abused term, it appears to be the favourite container swear word of people resenting capitalism and globalization (see for example Harvey, 2005). There is not much analytical precision to be gained from the use of this term. Since most writers in the neoliberal category base their thought on old ideas, it does not make much sense to call them neoliberals. In effect, the label ‘paleo liberals’ would be more accurate.In eerste instantie ben ik geneigd akkoord te gaan - het 'neoliberalisme' baseert zich in bepaalde mate op de oude ideëen, maar er was wel iets anders, dat neoliberalisme van klassiek liberalisme onderscheid.
De klassiek liberalen - Kant, Hume, Smith, Ferguson, Bastiat, Pufendorf, von Humboldt, etc. - hadden allemaal een grote nadruk op een rechtsorde, een natuurlijke harmonie van individuen die fundamenteel rechtvaardig was. De 'neoliberalen' - Friedman, Hayek en eigenlijk ook Mises al - verdedigden (gelijkaardige) conclusies op een utilitaristisch kader; het was niet rechtvaardig op zichzelf genomen, maar omdat er bepaalde (collectivisitsche, doch wenselijke) doelen bereikt konden worden. (Doelen zoals 'economische gelijkheid' natuurlijk niet.)
Dat is, in mijn ogen, wel degelijk een fundamentele breuk tussen het klassieke liberalisme en het 'neoliberalisme'. Iemand als Mill volgens deze klassificiering hoort dan eerder bij de neoliberalen - en daar is op zich niet zoveel mis mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten