woensdag 13 oktober 2010

Verslag: Verhofstadt - Bouckaert

Vandaag was er een activiteit tussen Dirk Verhofstadt (VHS) en Boudewijn Bouckaert (BB) over 'liberalisme'; wat betekent deze term en wat volgt daaruit. Hierna volgt mijn interpretatie van het debat. Mijn excuses als iemand die aanwezig was niet (geheel) tevreden is met mijn visie erop. Opmerkingen mogen altijd in de reacties.

VHS begon met een uitgebreid pleidooi voor zijn typisch liberalisme. Met 'individualisme' en 'zelfbeschikking' (Mill) als zijn kernwoorden beargumenteert hij dat dit een morele doctrine is. Hij beargumenteert ook dat mensen pas in vrijheid werkelijk solidair kunnen zijn. Hij haalt ook - sterk - het 'veil of ignorance' argument aan van John Rawls om te pleiten voor een bepaalde vorm van herverdeling, met nadruk op kansen. Op het einde van zijn pleidooi voegt hij de gebruikelijke caveats toe dat de overheid voor wegen, scholen, gezondheidszorg, het bevrijden van mensen van bepaalde groepen (zoals moslims) en het beschermen van mensen tegen monopolies en dergelijke moet zorgen. 'k ga de argumenten hier niet herhalen, om dat deze typisch en bekend zijn. Hij vat samen: liberalisme houdt in dat zelfbeschikkingsrecht gemaximaliseerd moet worden en dat we de plicht hebben mensen die dat niet kunnen te helpen met algemene middelen. Al bij al een aantrekkelijk pleidooi - ook al ga ik er niet mee akkoord. (Maar 'k moet erkennen dat ik zo'n pleidooi ook ooit heb verdedigd.)

Bouckaert begint door te stellen dat hij akkoord gaat met de sterke nadruk op het individualisme. Hij benadrukt ook het concept 'verantwoordelijkheid' - dat hij niet hoorde bij Dirk, maar voegde er aan toe dat hij denkt dat VHS dit natuurlijk ook zou benadrukken. Verwijzing naar Adam Smith: individuele krachten leidt tot harmonie in de samenleving. Deze spontane orde kan goed werken, in een goed juridisch kader. Hieruit volgt de liberale sceptische houding ten opzichte van de overheid: dit is een organisatie van dwang - een dwangmechanisme. Daarom moet je altijd uiterst kritisch zijn en de criteria - volgens welke de overheid mag tussenkomen en welke niet - vastleggen die de overheid moet respecteren. Hij bekritiseert ook het anarcho-kapitalisme, i.e. de vooronderstellingen daarvan zijn aan de utopische kant. Het klassiek liberalisme stelt dat de overheid - in navolging van Hayek - enkel de algemene gedragsregelingen mag afdwingen, zodanig dat de voor- en de nadelen niet op voorhand duidelijk zijn. De samenleving - voor klassiek liberalen - is geen groot bedrijf dat de samenleving beschouwt als een groot bedrijf, maar als een soort netwerk als autonoom interagerende entiteiten. Mensen werken samen in vrijwillige organisaties; en de overheid beperkt zich tot het verbieden van negatieve vormen van handelingen. Het is duidelijk dat BB duidelijk een pleidooi maakt tegen VHS zijn visie, door een paar keer een collegiale, maar kritische noot te maken op het 'links-liberalisme', i.e. wat hij denkt dat de visie is die VHS verdedigt. De huidige solidariteit is een 'politieke' solidariteit, i.e. het afwentelen van bepaalde onverantwoordelijke handelingen op anderen. Dit kan niet principieel gesteund worden. Interessant is dat Boudewijn een historisch en principieel betoog afsteekt voor vrijwillige organisaties van solidariteit, o.a. gebaseerd op David T. Beito zijn (geëdit) boek 'the voluntary city'. Boudewijn houdt wel rekening met een minimum solidariteit via de overheid, voor de 'echte' pechvogels.

Op dit moment grijpt de moderator in en vraagt hij aan VHS wat hij vindt van BB zijn visie van solidariteit. VHS begint eerst met een pleidooi af te steken om te beargumenteren dat er niet echt verschillen zijn tussen de verschillende visies van 'het liberalisme'. Hij haalt Locke aan die, inderdaad, zei dat we moesten denken aan de latere grondstoffen en dus aan de latere generaties. Adam Smith haalt hij aan en stelt, alweer terecht, dat die niet alleen een economisch boek ('wealth of nations') schreef maar ook een moraal filosofisch werk. Thomas Paine wordt aangehaald die aantoonde dat de overheid nodig is om te beargumenteren dat de overheid nodig is om elke nieuwe generatie een deel van de welvaart te geven. (Zie het boek 'agrarian justice'). Hieruit concludeert dat de term 'klassiek liberaal' niet zo handig is; de oude denkers waren ook overtuigd van een duidelijke rol voor de overheid.

VHS haalt aan dat hij akkoord gaat met Hans Achterhuis met te stellen dat Hayek een eerder utopische denker was, i.e. 'de markt moet volledig vrij zijn'. (Dit lijkt mij een verkeerde interpretatie.) Hayek wordt ook toegewezen dat hij een Chileense dictator (Pinochet) gesteund heeft. En dan wordt Nozick - die blijkbaar de volgelingen David Friedman en Hans-Hermann Hoppe heeft? - bekritiseert omdat hij moreel slecht is. Nozick zijn basisgedachte is, volgens VHS slecht, omdat die is omdat eigendom rechtmatig is als het rechtmatig verworven is. Maar is de USA rechtmatig? Natuurlijk niet; altijd op basis van geweld. De utopisten van het libertarisme moeten ook bekritiseert worden: Block die huisjesmelker beschermt, Hoppe die de monarchie verdedigt en Friedman die het rechtssysteem wilt privatiseren. (Ik vind dit zelf niet zo'n gekke ideeën, maar 'k geef nu gewoon VHS zijn mening meer.) Hij besluit met een pleidooi voor gelijke startkansen.

BB beantwoordt: A = liberaal, A verkondigt een socialistische stelling derhalve is deze socialistische stelling en dus liberaal. VHS gaat de kernvraag uit de weg: wat doen we via de overheid en wat regelen we via de markt? Hierbij moet gezegd worden dat 'de markt' ook sociale actie incorporeert: acties voor het goede doel en al die zaken. Hij bespreekt dat er een verschuiving is van 'sterke overheid' van een beperkte naar een uitgebreide overheid. BB geeft zijn eigen visie: het kapitalisme moet 'georganiseerd' worden, i.e. behoeft instellingen. Eigendomsrechten, contracten en aansprakelijkheden moeten afgeschermd worden. Bewijslast moet bij de overheid liggen om taken naar zich toe te trekken.

Volgens BB zijn er blijkbaar marktfalen, zoals asymmetrische informatie. De overheid kan dan verplichten om te verplichten tot informatieverstrekking - als de sector het zelf niet doet. Wat betreft de financiële markten waren de liberalen naïef. Ze hebben te weinig nagegaan wat de optimale efficiënte financiële markten zijn. Ze zijne r van uitgegaan dat er een analogie was met de 'gewone' markten. (Ahja; en waarom zou er een verschil zijn?) Dit wordt aangehaald om het marktidee in zijn totaliteit te bekritiseren.

BB heeft ook een probleem met democratie: de meerderheid kan zich vergissen - maar daarom moet je trachten de meerderheid te overtuigen via vreedzame weg. BB verdedigt ook de relatie tussen Pinochet-Hayek-Friedman. Hij geeft een verhaal dat Allende - alhoewel democratisch verkozen - wel degelijk de grondwet en de democratie niet meer respecteerde. Na de staatsgreep heeft Pinochet dan economen laten overkomen en die hebben hem raad gegeven. Kortom is het punt dat er eerste de staatsgreep was, dan het rondkijken van wat er moet gebeuren, en dat er dan liberale economische hervormingen zijn doorgevoerd.

Op dit moment gaat het over de vragen.



Geen opmerkingen: