vrijdag 15 januari 2010

Buchanan over een legale structuur

In zijn 'The Limits of Liberty' beargumenteert Buchanan tegen anarchie en voor een constitutionele overheid. Ik was zonet op het internet wat aan't grasduinen doorheen het boek, vooral doorheen het hoofdstuk 'Law as Public Capital'. Ik kan natuurlijk niet zijn volledige boek beoordelen, maar wat hij in het geciteerde stukje hieronder zegt, lijkt mij niet het gehele verhaal te zijn.

To the extent that law embodies the contractual origins discussed above, or that law may be conceptually explained on the “as if” presumption of such origins, law-abiding exerts a pure external economy. This feature distinguishes law from the more orthodox public-goods interactions among persons. For comparison here, we may look at one of the classic examples, the provision of lighthouse services for a community of fishermen. In the absence of collective action, a single person may provide at least some of these services; if he does so, he exerts significant external economies on others in the group. But in the process he will also be securing some share of the total benefits. The external economy is not pure; others than the acting person receive less than the totality of benefits that the action produces. In this lighthouse-type case, the presence of significant external benefits allows us to predict that independent, individualistic behavior will result in suboptimal levels of service; too few resources will be invested in the activity under normal conditions. We cannot, however, predict that there will be no services made available in the absence of collective contract. Individuals may well invest some resources under certain cost configurations and certain community sizes.

With “law,” however, no such results emerge, regardless of group size. Precisely because law-abiding is a pure external economy, and as such involves behavior from which the actor secures no private, personal reward, an economic model would predict an absence of all such behavior in the strictly individualistic setting. (...) In somewhat more technical language, “law” of the sort analyzed here qualifies as a pure collective-consumption or public good, and one for which independent adjustment yields corner solutions for each person. No person will provide, by his own restricted behavior, the benefits of law-abiding to others. I define “law-abiding” here to mean a generalized respect to the defined rights of all others in the community, as opposed to a particularized or directed result. Probabilistically, if a single person, A, chooses to respect the rights of all others in the group of size n, each person in the n - 1 set becomes more secure in the possession of his rights.

Buchanan beschouwt wet als een goed met een pure externaliteiten effect, i.e. waar je als privaat individu geen voordeel uit kan halen. In tegenstelling tot een vuurtoren, waar het voor enkele individuen effectief kan lonen om een vuurtoren te bouwen ook al zijn er anderen die daarvan profiteren (positieve externaliteiten), is dit niet het geval met een legale structuur.

Zijn argument is dat 'gehoorzaamheid aan de wet' voor elk individu slecht is (hij negeert (terecht* in dit argument) morele beperkingen), maar dat iedereen er als collectief wel bij vaart om te gehoorzamen aan de wet. Daarom is 'law' een goed met een pure externaliteit; want niemand haalt er persoonlijk voordeel bij, maar iedereen profiteert wel van de handelingen van al de rest.

Dit argument lijkt mij wel correct te zijn, maar het negeert iets redelijk belangrijk. (Het is dus niet zozeer dat hij abstractie maakt van bepaalde zaken waarvan ik denk dat je abstractie mag maken, zoals ik in de voetnoot uitleg; het is wel degelijk dat hij de essentie van de zaak verkeerd voorstelt.) Het gaat immers niet om mensen die zouden moeten gehoorzamen, sine qua non maar de structuur van hoe je dit kan bereiken. 'Gehoorzamen' is wel degelijk een individueel goed, als mensen zich wapenen en mensen straffen die niet gehoorzamen; op die moment wordt 'gehoorzamen aan de wet' wel degelijk een privaat goed.

De voorstelling die Buchanan doet is dat het echt een 'puur' publiek goed is, dat niet opgelost zou kunnen worden door individuele actie, maar elk individu kan voor zichzelf wel degelijk middelen oprichten dat anderen een incentive hebben om het 'pure publieke goed' toch gelijk te laten lopen met hun eigen privaat belang.

*Het lijkt mij terecht hier abstractie te maken van morele constraints, omdat hij een 'puur' economisch argument wenst te maken. Het is zoiets van 'ja, morele constraints zullen inderdaad mijn argument verzwakken, maar het is op zich wel puur'. Ik aanvaard deze opmerking, omdat ik denk dat zelfs indien we de morele constraints negeren, zijn argument nog steeds verkeerd is. (Dat is overigens wat weggelaten is in de (...).)


Geen opmerkingen: