Het meest bekende (en correcte) argument tegen prijscontroles van de overheid is dat prijzen (1) informatie bevatten, (2) een gevolg zijn van subjectieve oordelen van individuen. en (3) uiteindelijk veroorzaakt worden door vraag en aanbod,. Als je dan prijscontroles invoert, dan gaat deze informatie verloren, net zoals de subjectieve oordelen van de individuen niet gerespecteerd worden en creër je schaarste! Daarom moeten we tegen prijscontroles zijn.*high five voor de liberalen*
Maar wacht! zeggen de voorstanders. Het is (misschien) wel waar dat prijzen deze informatie hebben, en een gevolg zijn van oordelen, en we willen zelfs nog erkennen dat het een (deels) een gevolg is van vraag en aanbod, maar deze dogmatische liberalen vergeten dat er ook elementen van macht meespelen (zoals tussen InBev en de individuele werknemer), waardoor een goed gekozen prijscontrole niet de dramatische effecten hebben die ze (inderdaad) kunnen hebben als je ze niet goed kiest. *High five voor de socialisten*
Hierop reageren de liberalen dan over de tweede lijn van argumentatie, waarbij ze trachten aan te tonen dat het toch wel niet zo eenvoudig is om zo'n 'goede' (en relevante) prijscontrole door te voeren en zelfs als dit op korte termijn zal lukken, dan nog stoor je de dynamiek van de markt, want als er grote veranderingen zijn, heb je nu een politiek proces nodig om prijzen te veranderen, in plaats van simpelweg marktactoren dit te laten aanpassen. *High five voor de liberalen weer*
Het punt dat ik hier echter wil maken, is eerder om het 'machtargument' van de socialisten meer te kunnen kaderen. Het is waar dat er zoiets speels als 'macht' in het bepalen van prijzen. De zuivere praxeologische methode verbergt dit (imo), maar een analyse van de werkelijke wereld kan dit inderdaad verduidelijken, waarbij we tegelijkertijd de (beperkte) invloed daarvan kunnen begrijpen. In een wereld die bestaat uit Robinson en Vrijdag, zullen prijzen (indien ze vrijwillig met elkaar omgaan) nog steeds bepaald worden door alle factoren zoals in onze huidige economie: vraag, aanbod, evaluatie, subjectieve waarde, etc. Dat is het probleem niet. Het punt is echter; wat als Robinson een grote voorraad aan voedsel heeft, waar hij op kan teren en Vrijdag enkel maar niet-voedingsmiddelen heeft. De voorwaarden op basis waarvan deze ruil zal plaatsvinden zijn formeel gelijk, maar er valt iets te zeggen dat ze in deze particuliere zaak in grote, en belangrijke mate ongelijk zijn, i.e. dat de 'prijs' die Vrijdag zal krijgen wel eens veel hoger zal liggen dan een situatie waar ook de particuliere omstandigheden meer gelijk zijn.
Als socialisten praten over 'macht' bij het zetten van prijzen, dan hebben ze zoiets in hun achterhoofd, alleen tussen het grote bedrijf en de arme consument/arbeider. Dit is ook waar de bekende 'Iron Law of Wages' op teert, i.e. de gedachte dat lonen bepaald worden door 'werkgevers hebzucht' en 'werknemers behoefte', waardoor de lonen altijd laag zullen blijven.
En het is waar dat er een element van macht speelt, in elke particuliere zaak. Maar wat mijn voornaamste punt is, is dat dit element overdreven wordt. We zitten vandaag - zeker in het Westen - niet in een Vrijdag/Robinson-situatie; mensen kunnen andere beroepen uitoefenen. Mogelijkerwijze ligt daar een lager loon aan vast, maar dat is het gehele punt. De ondergrens van jouw loonsvraag wordt bepaald wat je redelijkerwijze kan verwachten om ergens anders te krijgen! Als een werkgever toch tracht u daaronder te betalen, heeft hij altijd de onzekerheid dat je ergens anders zal gaan werken. (De bovengrens van jouw loon wordt bepaald door het verdisconteerde marginale waardeproduct, i.e. 'wat jij waard bent voor hem'. Hij gaat je niet meer betalen dan wat hij denkt dat je waard bent voor hem.)
Tussen deze 2 grenzen, ligt er inderdaad een gebied dat 'onbepaald' is en waar het loon ergens in zal liggen. Het gehele proces van economische groei en meer mogelijkheden, is echter dat dit gebied kleiner wordt. Als je met vrijdag en Robinson zit, is er een grote grens (want: vrijdag heeft geen alternatief buiten 'niet ruilen met Robinson'.) Als er echter naast Robinson nog een dozijn andere mensen zijn, dan is er al een veel betere situatie voor Vrijdag... Natuurlijk zouden al deze mensen (en Robinson) kunnen samen zitten en trachten om prijsafspraken te maken om Vrijdag toch te dwingen een hoge prijs te geven. Maar als deze hoeveelheid mensen nog veel groter wordt (in die mate zelfs dat ze een collectieve actie probleem hebben), dan ziet het er al veel beter uit voor Vrijdag!
In onze moderne economieën zijn er echter zoveel werkgevers (en potentiële werkgevers, want vele mogelijke zaken zijn heel eenvoudig op te richten, als de lonen zouden veranderen) dat het niet redelijk is om te denken dat die allemaal samen zitten om de 'lonen laag te houden'. (Hieruit volgt trouwens dat een goede zet om de lonen van werknemers te verhogen, het vereenvoudigen van een zelfstandige onderneming zou zijn; immers, dit is een kant en klaar alternatief waarbij werknemers niet afhankelijk zijn van een (andere) werkgever om een loon te verhogen. Als werknemers altijd dit alternatief hebben, dan kan je ceteris paribs een verhoging van de lonen verwachten.)
Het hele punt is dit; ja, het element van 'macht' speelt inderdaad een rol. Het verder vrij laten van de markt zorgt er echter voor dat dit element van macht steeds minder wordt. Daarom moet je voor een vrije markt zijn als je tegen de plutocratie bent en niet voor meer overheid. Want, zoals ik onlangs tegen kwam in een blogpost (in de context over de Amerikaanse overheid en Obama):
Maar wacht! zeggen de voorstanders. Het is (misschien) wel waar dat prijzen deze informatie hebben, en een gevolg zijn van oordelen, en we willen zelfs nog erkennen dat het een (deels) een gevolg is van vraag en aanbod, maar deze dogmatische liberalen vergeten dat er ook elementen van macht meespelen (zoals tussen InBev en de individuele werknemer), waardoor een goed gekozen prijscontrole niet de dramatische effecten hebben die ze (inderdaad) kunnen hebben als je ze niet goed kiest. *High five voor de socialisten*
Hierop reageren de liberalen dan over de tweede lijn van argumentatie, waarbij ze trachten aan te tonen dat het toch wel niet zo eenvoudig is om zo'n 'goede' (en relevante) prijscontrole door te voeren en zelfs als dit op korte termijn zal lukken, dan nog stoor je de dynamiek van de markt, want als er grote veranderingen zijn, heb je nu een politiek proces nodig om prijzen te veranderen, in plaats van simpelweg marktactoren dit te laten aanpassen. *High five voor de liberalen weer*
Het punt dat ik hier echter wil maken, is eerder om het 'machtargument' van de socialisten meer te kunnen kaderen. Het is waar dat er zoiets speels als 'macht' in het bepalen van prijzen. De zuivere praxeologische methode verbergt dit (imo), maar een analyse van de werkelijke wereld kan dit inderdaad verduidelijken, waarbij we tegelijkertijd de (beperkte) invloed daarvan kunnen begrijpen. In een wereld die bestaat uit Robinson en Vrijdag, zullen prijzen (indien ze vrijwillig met elkaar omgaan) nog steeds bepaald worden door alle factoren zoals in onze huidige economie: vraag, aanbod, evaluatie, subjectieve waarde, etc. Dat is het probleem niet. Het punt is echter; wat als Robinson een grote voorraad aan voedsel heeft, waar hij op kan teren en Vrijdag enkel maar niet-voedingsmiddelen heeft. De voorwaarden op basis waarvan deze ruil zal plaatsvinden zijn formeel gelijk, maar er valt iets te zeggen dat ze in deze particuliere zaak in grote, en belangrijke mate ongelijk zijn, i.e. dat de 'prijs' die Vrijdag zal krijgen wel eens veel hoger zal liggen dan een situatie waar ook de particuliere omstandigheden meer gelijk zijn.
Als socialisten praten over 'macht' bij het zetten van prijzen, dan hebben ze zoiets in hun achterhoofd, alleen tussen het grote bedrijf en de arme consument/arbeider. Dit is ook waar de bekende 'Iron Law of Wages' op teert, i.e. de gedachte dat lonen bepaald worden door 'werkgevers hebzucht' en 'werknemers behoefte', waardoor de lonen altijd laag zullen blijven.
En het is waar dat er een element van macht speelt, in elke particuliere zaak. Maar wat mijn voornaamste punt is, is dat dit element overdreven wordt. We zitten vandaag - zeker in het Westen - niet in een Vrijdag/Robinson-situatie; mensen kunnen andere beroepen uitoefenen. Mogelijkerwijze ligt daar een lager loon aan vast, maar dat is het gehele punt. De ondergrens van jouw loonsvraag wordt bepaald wat je redelijkerwijze kan verwachten om ergens anders te krijgen! Als een werkgever toch tracht u daaronder te betalen, heeft hij altijd de onzekerheid dat je ergens anders zal gaan werken. (De bovengrens van jouw loon wordt bepaald door het verdisconteerde marginale waardeproduct, i.e. 'wat jij waard bent voor hem'. Hij gaat je niet meer betalen dan wat hij denkt dat je waard bent voor hem.)
Tussen deze 2 grenzen, ligt er inderdaad een gebied dat 'onbepaald' is en waar het loon ergens in zal liggen. Het gehele proces van economische groei en meer mogelijkheden, is echter dat dit gebied kleiner wordt. Als je met vrijdag en Robinson zit, is er een grote grens (want: vrijdag heeft geen alternatief buiten 'niet ruilen met Robinson'.) Als er echter naast Robinson nog een dozijn andere mensen zijn, dan is er al een veel betere situatie voor Vrijdag... Natuurlijk zouden al deze mensen (en Robinson) kunnen samen zitten en trachten om prijsafspraken te maken om Vrijdag toch te dwingen een hoge prijs te geven. Maar als deze hoeveelheid mensen nog veel groter wordt (in die mate zelfs dat ze een collectieve actie probleem hebben), dan ziet het er al veel beter uit voor Vrijdag!
In onze moderne economieën zijn er echter zoveel werkgevers (en potentiële werkgevers, want vele mogelijke zaken zijn heel eenvoudig op te richten, als de lonen zouden veranderen) dat het niet redelijk is om te denken dat die allemaal samen zitten om de 'lonen laag te houden'. (Hieruit volgt trouwens dat een goede zet om de lonen van werknemers te verhogen, het vereenvoudigen van een zelfstandige onderneming zou zijn; immers, dit is een kant en klaar alternatief waarbij werknemers niet afhankelijk zijn van een (andere) werkgever om een loon te verhogen. Als werknemers altijd dit alternatief hebben, dan kan je ceteris paribs een verhoging van de lonen verwachten.)
Het hele punt is dit; ja, het element van 'macht' speelt inderdaad een rol. Het verder vrij laten van de markt zorgt er echter voor dat dit element van macht steeds minder wordt. Daarom moet je voor een vrije markt zijn als je tegen de plutocratie bent en niet voor meer overheid. Want, zoals ik onlangs tegen kwam in een blogpost (in de context over de Amerikaanse overheid en Obama):
Any government that annually spends $3-plus trillions of dollars, and regulates trillions upon trillions of dollars worth of other resources, will inevitably be targeted by special interests and their lobbyists. And any government manned by persons capable of the duplicity, pandering, and cheap theatrics required to win elections will inevitably and without shame put itself at the service of these special interests. (Bron.)Natuurlijk zal dit argument geen volbloed Marxisten overtuigen, maar 'k hoop dat het toch een beetje iets geeft om over na te denken als je 'gewoon' een socialist bent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten