Zijn begin is toch wel redelijk briljant te noemen:
If anyone actually knew everything that economic theory designated as “data,” competition would indeed be a highly wasteful method of securing adjustment to these facts. Hence it is also not surprising that some authors have concluded that we can either completely renounce the market, or that its outcomes are to be considered at most a first step toward creating a social product that we can then manipulate, correct, or redistribute in any way we please. Others, who apparently have taken their notion of competition exclusively from modern textbooks, have concluded that such competition does not exist at all.
Een kleinenoot hierbij. 'k heb 2 jaar geleden een inleiding economie gehad - in de Geschiedenis faculteit - maar ik vraag me toch af in welke mate dat men op basis van het perfecte competitiemodel in staat is om te oordelen dat 'de markt' beter is dan 'de planeconomie'. Of was dat simpelweg een empirische conclusie, na de val van de USSR? Mijn vermoeden zegt van wel.
Dit stukje is wel relevant. Er is immers een hevige discussie aan de gang of Hayek en Mises omtrent de onmogelijkheid van socialisme wel hetzelfde argument gebruikte. Mises zou dan aangetoond hebbe dat het socialisme logisch onmogelijkheid is, terwijl Hayek enkel zou beweerd hebben dat het 'moeilijk' (of 'praktisch onmogelijk') is. Echter: in het Misesiaans punt zou een zin als deze ook gestaan kunnen hebben. Economische calculatie - i.e. waarde calculatie - is maar mogelijk in het proces van een markt, met eigendomsrechten en dus ook met competitie. Indien we dus kunnen ontdekken over welke 'facts' Hayek het hier heeft, kunnen we ook concluderen of Hayek hetzelfde of een ander argument maakte. (Als het simpelweg over technologische feiten gaat die ontdekt moeten worden, dan is het duidelijk een ander argument als Mises. Als het echter gaat over waardeoordelen die ontdekt moeten worden, dan is het hetzelfde argument.)Therefore, as the title of this lecture suggests, I wish now to consider competition systematically as a procedure for discovering facts which, if the procedure did not exist, would remain unknown or at least would not be used.
When, however, we do not know in advance the facts we wish to discover with the help of competition, we are also unable to determine how effectively competition leads to the discovery of all the relevant circumstances that could have been discovered.
Een heerlijk punt van Hayek, i.e. dat het onmogelijk om in elke case te weten of competitie effectief is in het ontdekken wat het moet ontdekken, omdat we niet kunnen weten wat er ontdekt moet worden! We kunnen alleen maar in theorie conceptueel bepalen of competitie beter is - of op grootschalige (en ruwe) empirische data voortgaan dat samenlevingen die kiezen voor marktcompetitie doorgaans 'beter' zijn dan zij die dat niet doen. Dit is natuurlijk een terecht punt tegen alle fans van empirie in de humane wetenschappen, maar ik betwijfel of zij die tegenstander zijn van de markt dit correcte punt zullen aanvaarden. We kunnen het echter ook omdraaien: we kunnen niet weten of de overheid beter is, omdat die zaken die ontdekt moeten worden, niet geweten zijn. Wat wel waar is, is dat de overheid beter is in het modelleren van de samenleving volgens de oordelen van de overheidsuitvoerders zelf (we negeren hier even de onbedoelde gevolgen van overheidsinterventie.)
Deze opmerking van Hayek doet me ook vermoeden dat het wel degelijk gaat over waardebepaling in een samenleving, i.e. dat het gaat over economische waardecalculatie dat bepaald moet worden. Deze informatie is immers niet op voorhand beschikbaar (en kunnen we ook nooit op voorhand weten, tenzij door het marktproces) en zelfs via het marktproces kunnen we nooit weten of we deze kennis helemaal benaderen.
Spijtig dat hij op het einde van de tekst over gaat op centrale planning met zijn voorstel op de arbeidsmarkt te hervormen. De problemen met dit plan - op economisch en politiek vlak - zijn numeriek.
Deze opmerking van Hayek doet me ook vermoeden dat het wel degelijk gaat over waardebepaling in een samenleving, i.e. dat het gaat over economische waardecalculatie dat bepaald moet worden. Deze informatie is immers niet op voorhand beschikbaar (en kunnen we ook nooit op voorhand weten, tenzij door het marktproces) en zelfs via het marktproces kunnen we nooit weten of we deze kennis helemaal benaderen.
Geen idee of ik met deze opmerking akkoord ga. Het punt lijkt me correct, maar ik ben niet zeker. Iemand?The advantages of established scientific procedures cannot themselves be scientifically demonstrated; they are recognized only because they have actually provided better results than alternative procedures.
Hier bespreekt hij dan over welke soort van kennis het gaat, maar het punt van 'waarde' wordt dan genegeerd? Tenzij misschien in de laatste 3 woorden - dat kan geïnterpreteerd worden als een punt van waarde. Maar waarom zegt hij dat dan nooitgewoon? Waarom zegt hij nooit dat competitie simpelweg het punt van economische waardebepalingen mogelijk maakt en dat collectieve eigendom van de productiemiddelen dat niet kan? Of probeert hij hier simpelweg competitie te conflicteren met interventionisme, waar waardebepalingen wel degelijk aanwezig blijven?Which goods are scarce, however, or which things are goods, or how scarce or valuable they are, is precisely one of the conditions that competition should discover: in each case it is the preliminary outcomes of the market process that inform individuals where it is worthwhile to search. Utilizing the widely diffused knowledge in a society with an advanced division of labor cannot be based on the condition that individuals know all the concrete uses that can be made of the objects in their environment. Their attention will be directed by the prices the market offers for various goods and services. This means, among other things, that each individual’s particular combination of skills and abilities-which in many regards is always unique—will not only (and not even primarily) be skills that the person in question can recite in detail or report to a government agency. Rather, the knowledge of which I am speaking consists to a great extent of the ability to detect certain conditions—an ability that individuals can use effectively only when the market tells them what kinds of goods and services are demanded, and how urgently.
Dit vond ik een redelijk geniale zinssnede.The fact that catallaxy serves no uniform system of objectives gives rise to all the familiar difficulties that disturb not only socialists, but all economists endeavoring to evaluate the performance of the market order. For if the market order does not serve a particular rank ordering of objectives, and indeed if, like any spontaneously created order, it cannot legitimately be said to have definite objectives, neither is it then possible to represent the value of its outcome as a sum of individual outputs.
Hard. Kei hard.It is one of the paradoxes of our age that the communist countries, in this regard, are probably less burdened by ideas of “social justice” than are the “capitalistic” and democratic countries, and are thereby more prone to allow those who are disadvantaged by development to suffer.
Spijtig dat hij op het einde van de tekst over gaat op centrale planning met zijn voorstel op de arbeidsmarkt te hervormen. De problemen met dit plan - op economisch en politiek vlak - zijn numeriek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten