maandag 21 december 2009

Enkele metahistorische beslommeringen

Zover ik mij herinner leren we in de geschiedenisles in onze publieke scholen min of meer (als het gaat over de politiek) dat de gehele geschiedenis gedomineerd werd door dictators, feodale heren, keizers, etc. Wat er niet bijgezegd werd, is dat, bijvoorbeeld, het ancien regime 'ocharme' 5% belastingen had. Het ancien regime kon failliet gaan, i.e. niet meer in staat haar schulden te betalen (of, anders gezegd, door te belasten aan de samenleving). In welke mate kan je het dan totalitair noemen?

De kwestie is dat het eerder ging over 'inspraak' en dat sinds de opkomst van de democratie dit probleem 'opgelost' is: nu is er inspraak. (Met wat geluk wordt er eens gezegd dat dit ook maar relatief is - hoeveel inspraak heb jij over de beslissingen in het parlement relatief ten opzichte van de beslissingen die jij zelf neemt?)

Er wordt echter niet eens stil gestaan bij de gedachte: 'doorheen de geschiedenis waren er altijd een kleine elite die allerlei beslissingen nam die ook voor anderen buiten die elite relevant was, waarom zou dat nu niet ook zijn?' Het is immers niet zozeer dat de hoeveelheid inspraak is veranderd, maar vooral het mechanisme waarop de elite zichzelf het recht toeeigend beslissingen te nemen. Ik denk dat je wel een redelijke case kan maken dat historisch gezien de keizers, feodale heren en anderen wel degelijk rekening hielden (min of meer) met wat er leefde onder de bevolking; een revolutie was dan een grotere mogelijkheid dan nu, wegens het exclusievere karakter van de structuren van de staat.

Tullock merkt ook op in een van zijn teksten dat in de moderne tijd het typisch is dat revoluties ontstaan uit fracties uit de huidige staat die niet akkoord gaan met het bestuur. De reden hiervoor is dat je wel een enorm zwakke staat moet hebben om een revolutie te laten gebeuren die compleet buiten de staat valt. Daaruit zou je kunnen afleiden dat, toen er nog wel revoluties buiten de staat gebeurde, de staat veel zwakker was. Historisch is het ook zo dat 'de staat' (of 'politieke heren' in het algemeen) zich veel minder met de affaires van alle dag bezig hielden dan nu. Het is eigenlijk interessant dat te samen met de opkomst van de industriële revolutie, de staat meer doet. Maar ging dit gepaard met meer laissez-faire of zijn er nog andere mechanismen?


Geen opmerkingen: