- Hij mathematiseerde economie. (Wat, natuurlijk, methodologische onzin is.)
- Hij vond dat de trade off in economie was tussen 'gelijkheid' en 'efficiëntie', dat de USSR gewoon een 'ander' punt op de trade off heeft gekozen (was er dan zoveel gelijkheid in de USSR?) en dacht dat de USSR 'weldra' de USA zou voorbij steken in levensstandaard.
- Begreep niet al te veel van de praxeologische en causaal-realistische methode van economie en maakte er simpelweg grapjes over. (Die 2 zijn geconnecteerd.)
- Hij droeg bij aan de arrogantie van economen vis a vis andere wetenschappen.
- Hij droeg bij aan de cultus van 'ik heb een nieuw idee!' wanneer het simpelweg het mathematiseren was van een oud idee.
En ook:The interesting thing for me is that when a man so influences the course of economics as Samuelson did those who enter the discipline after him are largely (though not entirely) those who like the kind of intellectual constructs, methods, attitudes he promoted – those who have a comparative advantage in this sort of thing. So in a way the whole phenomenon is self-congratulatory. “That Samuelson was great. He made economics into something I am really good at.” Selection bias at work.
Er is maar 1 conclusie die zich opdringt:
The problem for Samuelson’s theoretical contributions is that one cannot easily point to any way in which economics is better rather than just different because of them.
So, all in all, Paul Samuelson’s influence on economics was something I could have lived very well indeed without.
Duidelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten