woensdag 7 januari 2009

Economische stromingen over crisissen

Het vertrekpunt van een analyse van een economische crisis verschilt van analyse tot analyse. De huidige makers van het monetair beleid zien ongeveer zo tegen een economische crisis aan:

Het ideaal is een zo laag mogelijk niveau inflatie en werkloosheid en een zo laag mogelijke variatie van inflatie en werkloosheid.

Op lange termijn wordt erkend dat de werkloosheid gelijk is aan zijn natuurlijk niveau en dat de inflatie gelijk is aan de groei van de geldhoeveelheid. Monetair beleid kan op lange termijn de werkloosheid niet verlagen, iedere verhoging van de geldhoeveelheid heeft enkel een effect op inflatie. Op korte termijn geloven beleidsmakers dat zij wel een invloed op het niveau van werkloosheid kunnen uitoefenen. Prijzen van goederen, diensten en arbeid zijn op korte termijn vast. Een verhoging van de geldhoeveelheid wordt niet onmiddellijk doorgerekend in prijzen, maar zorgt voor een tijdelijke verhoging van de economische activiteit en een verlaging van de werkloosheid.

Beleidsmakers zien dan een rol voor zichzelf weggelegd. De vraag die ze zichzelf stellen is: “hoe kunnen we, gegeven dat er zich bepaalde schokken in de economie voordoen, de economie stabiliseren?”

Op de vraag waarom deze schokken zich voordoen (laat staan hoe ze te voorkomen zijn) hebben beleidsmakers geen volledig antwoord. Schokken kunnen een invloed hebben op de productiviteit, bijvoorbeeld olieschokken of technologische ontwikkelingen maar deze schokken zijn niet frequent of sterk genoeg om de conjunctuur te verklaren. Andere mogelijke verklaringen voor schokken zijn vlagen van optimisme en pessimisme, maar deze lijken mij eerder een symptoom van een crisis of boom in plaats van een oorzaak. Veranderingen in de vraag naar geld of de vraag naar goederen en diensten.

Als de huidige beleidsmakers al kunnen identificeren welke schokken er zijn, hebben ze nog altijd geen antwoord op de vraag waarom een schok zich voordoet of waarom deze schokken de hele economie treffen en een cyclisch patroon hebben. Hun conclusie lijkt dat we schokken en conjunctuur maar moeten aanvaarden, dat het onvermijdbaar is, eigen aan het economische systeem en dat we slechts aan symptoombestrijding kunnen doen.

De Oostenrijkse school heeft hier een heel ander antwoord op. De conjunctuur ontstaat net door de interventie van de beleidsmakers op de geldmarkt. Schokken hebben een duidelijke oorzaak en kunnen aan de bron worden aangepakt.

Geen opmerkingen: