Posts tonen met het label Strategie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Strategie. Alle posts tonen

dinsdag 24 augustus 2010

David Friedman en zijn visie

Ik denk dat ik nog maar zelden (misschien zelfs nog nooit?) een presentatie zo hard heb aanbeveeld als deze presentatie van David Friedman over Seasteading.

Ik was altijd een grote scepticus van het idee - en ik denk dat het nog altijd steunt op een naïeve vooronderstelling* - maar hij maakt een ijzersterk argument. Hij spreekt eigenlijk misschien maar 5 minuten over het idee van Seasteading zelf; hij spendeert het merendeel van de tijd aan een visie op de overheid, de theorie die het idee van seasteading ondersteunt, etc.

Het is echt enorm boeiend. Echt een absolute mustwatch.

Misschien ga je er niet geheel mee akkoord; maar het is enorm boeiend.


donderdag 15 juli 2010

Over secessie


We hadden hier net een leuke discussie over het concept 'secessie' - een gevoelig concept in de USA. Enkele argumenten ter verduidelijking.

Een tegenargument is 'indien het Zuiden hun secessie was gelukt, dan hadden we nu nog slavernij'. Enkele argumenten daarover is natuurlijk dat de abolitionistische bewegingen ook actief waren en aan populariteit wonnen. Een ander argument is dat zelfs als je de secessie had toegelaten, dan nog had de Amerikaanse overheid (toen) het Zuiden kunnen binnenvallen, slavernij wegdoen en weer weggaan. Tot slot: als het Zuiden niet systematisch de slaven terugbracht naar het Noorden, is er misschien wel iets te zeggen dat dit ook het concept slavernij onder druk had gezet in het Zuiden.

Een ander tegenargument was dat dit zou zorgen dat er minder respect zou zijn voor de - in hun ogen - redelijk liberale grondwet, want iedereen zou secessie gebruiken om weg te gaan. Hierop is het antwoord dat Tiebout competition eerder zou leiden voor beter beleid in het algemeen. De kosten om te veranderen van politieke autoriteit zijn lager, dus mensen zouden sneller veranderen indien ze niet tevreden zijn. (Het argument voor anarchie is dus dat het tiebout competitie wilt maximaliseren.)

Een ander argument was de mogelijkheid dat dit geïmplementeerd zou geraken, i.e. hoe relevant is het? Wel het inderdaad misschien niet zo mogelijk is - maar ik zou zeggen dat de andere suggesties geopperd dat ook niet bepaald zijn - is 'secessie' een relatief neutraal concept in het algemeen, dat in neutrale termen geformuleerd kan worden: 'beter beleid', 'dichter bij de bevolking', 'democratischer', ... in tegenstelling tot sommige libertarische argumenten van 'natuurrecht voor eigendom' en dergelijke. Dus ik zou zeggen dat relatief tot die zaken het relevanter kan zijn - of beter gezegd: kan worden.

Een laatste punt was iets in de vorm van: 'stel dat de staten heel coercief zijn; wat dan?' Wel; mijn argument was de slogan; 'een staat groot genoeg om u vrijheid te geven, terwijl andere politieke autoriteiten - onderdeel van dezelfde staat - dat willen wegnemen, is een staat groot genoeg om die vrijheid ook weg te geven'. De filosofische benadering dat vrijheid een top down mechanisme is, leek mij de onderliggende gedachte en daar ga ik logischerwijze niet mee akkoord. Vrijheid is noodzakelijkerwijze een bottum up systeem en dus de visie op politieke autoriteit moet zoveel mogelijk een lager en lager niveau zijn, i.e. minder mensen en een kleiner grondgebied, waardoor de kosten om te veranderen lager zijn.

Het grootste probleem is het Amerikaans nationalisme - zelfs bij de libertariërs. De Amerikaanse eenheid is heilig en natuurlijk en het is slecht als de mogelijkheid van secessie zou ontstaan. Maar elke politieke structuur en elke samenleving zal eindigen in een relevante betekenis; ook de Amerikaanse. Het beste zou dus zijn dat - over de lange termijn - een onafhankelijke secessie beweging ontstaat, opdat 'aan het einde' de kosten van verandering lager zijn. De gedachte dat de Amerikaanse samenleving eeuwig zou bestaan, is naïef. Een beweging naar secessie - dichter, maar niet dicht genoeg, voor alle duidelijkheid, bijde bevolking - zou hierop kunnen inspelen op een wijze dat is relevant voor vrijheid en welvaart.

dinsdag 19 januari 2010

Reason en het haten van de staat

In dit artikel van Reason, dat bestaat uit 2 delen, beargumenteren eerst e auteurs 5 redenen waarom we de staat niet zouden moeten haten. Hun centrale stelling is de volgende:

Small-government advocates should care deeply about improving government. Here are five reasons why:
wat inderdaad redelijk controversieel is. De argumenten die ze geven, zijn echter (imo) relatief goede argumenten (alhoewel ik niet geheel overtuigd ben):
1. Bad government leads to bigger, badder government.
(Het punt is dat als de overheid slecht functioneert, mensen paradoxaal genoeg vaak vragen om meer overheid. Als we dus de overheid 'verbeteren', dan hebben we dit probleem niet meer.)
2. To shrink government, you need to love government.
Als je de overheid niet beheerst, zal elke 'libertariër' eindigen als Reagan; en gewoon de staat verder uitbreiden.
3. Market-based reforms are not self-executing.
'Privatiseren' is nog steeds een overheidsactie; als je dat verkeerd doet, zal dat verkeerd aflopen. (Een punt dat ik ook al heb gemaakt, zie hier.)

4. Government bashing alienates those you want to reach
De meeste mensen hebben de overheid wel graag; als je dit gewoon basht, dan ga je de mensen afschrikken.
5. Nobody will care what you know until they know you care.
Dat laat ik ze zelf verduidelijken: "Many voters today may indeed want smaller government, but what they want most of all is competent government. In addition to pointing out the flaws of government, free-marketers also need to communicate a genuine interest in the effective performance of the important duties of government."

Hun punten lijken mij (min of meer) correct. Maar om daar nu uit af te leiden dat we de staat niet meer mogen haten? Het eerste punt, bijvoorbeeld, is correct. Maar daaruit volgt niet dat we ineens zouden moeten ijveren voor 'betere overheid'. Integendeel; het punt is om vooral structuren op te richten buiten de overheid (zoals de theorie van het agorisme bepleit.) Niet dat dit dominant is, maar toch... In ieder geval is het inderdaad een interessanta paradox waar ik niet zomaar een antwoord op heb. Maar het versterken van de staat kan nauwelijks de bedoeling zijn voor een oprechte liberaal, toch?

Het tweede klopt wel, maar om dat nu 'love the government' te noemen... Ik zou zeggen het tegendeel; je meot de staat haten maar kennen om ze te kunnen imperken. Als je ze niet echt haat - maar een soort van Reaganachtige oppervlakkige kritiek er op hebt - dan is er eigenlijk geen probleem als 'jij' aan de macht bent; want 'jij' bent aan de macht en 'jij' bent toch beter niet?

Het derde punt klopt ook; het simpele antwoord is geen 'market reform' doorvoeren, maar de vernietiging van beleid, Rothbard/Hoppe stijl. Natuurlijk zal dit niet eenvoudig zijn, maar dat is wel het doel. Het stopzetten van belastingen, licenties, reguleringen, etc. zijn echter al een grote stap.

Het vierde, als strategische opmerking, klopt. Velen aanvaarden ook de staat (vrijwillig), ook al betalen ze hun belastingen niet (geheel) vrijwillig. (Alhoewel; de wetenschap dat anderen betalen, maakt het wél vrijwillig, me dunkt. Net zoals ik een contract zou kunnen afsluiten dat als 10 anderen ook betalen, men mij ook mag dwingen te betalen, kan het contract zo vrijwillig zijn. Wat ik dan ook vooral verwijt, is de gedachte dat de overheid sommigen dwingt om mee te doen, zonder dat zij dit wensen (zoals de anarchisten), of mensen dwingt te betalen voor iets dat ze niet wensen (zoas sommigen die slechts bepaalde delen van de staat willen ondersteunen). Daarom dat ik ook een grote voorstander ben van eerder consequentialistische argumenten dan puur rechtsfilosofische.

De vijfde slogan klopt, maar ik zou dat niet vertalen naar 'wij zijn oprecht geïnteresseerd in competente overheid, hoor!' (want dat zijn we niet.)

Deel 2

In het tweede deel slaan ze echter wel de bal mis. Ze geven 5 argumenten die tonen van 'succesvol' overheidsbeleid. Maar waren het wel zo'n successen? (Iets meer tekst vind je op de website.)

When Government Was Good: Five Big Projects That Went Swell

1. Democratic Reconstruction in Japan Post WWII.

2. The Marshall Plan. Aid to rebuild Europe following WWII.

3. The Apollo Moon Landings.

4. 1996 Welfare Reform.

5. Acid Rain Reduction.

Het eerste punt is een 'post hoc ergo propter hoc'; er is immers bewijs dat de 'reconstructie' van Japan eerder gestopt werd dan echt geholpen door de Amerikaanse aanwezigheid. Het tweede is een lachertje; landen die minder steun kregen, deden het meestal beter. Het derde is een 'overheidsinstantie' versus een 'overheidsinstantie' race die vooral om prestige ging en niet om echt iets waar mensen voordeel van hadden; waar is het 'goede' daaraan? Het vierde is het ene overheidsinterventie vergelijken met het andere; ja, dan kan inderdaad iets beter zijn dan het alternatief. Deze 4 argumenten zijn dus verre van overtuigend. (Het vijfde ken ik niet zo goed, dus daar ga ik niet op in. Ik wil gerust zelfs erkennen dat dit mogelijk goed is, maar gezien de andere 4 voorbeelden heb ik er wat mijn twijfels over.)


maandag 4 januari 2010

Slechte argumenten in het liberalisme

Er zijn zo van die zaken waar ik me aan irriteer in een debat. Dat betekent niet dat ik me daar zelf nooit schuldig aan maak, maar wel - op zijn minst - dat ik besef dat ik (al dan niet achteraf) de regels van het debat niet heb gerespecteerd. Ik heb de vorige keer al eens gepraat over de meta-regels in een discussie, maar op gelijkaardige manier zijn er ook zaken (meer bepaald: argumenten) vanuit liberale hoek jegens andere ideologieën die ik niet bepaald even overtuigend vind. (Ongetwijfeld zijn er binnen andere ideologieën ook gelijkaardige opmerkingen mogelijk, maar vermits ik zelf binnen het liberalisme zit, ga ik me daar op focussen.)

Het eerste mantra dat ik zal aanvallen is het zogenaamde 'argument' dat stelt dat 'belastingen diefstal zijn'. Vergis u niet: ik vind belastingen inderdaad diefstal. Maar dit argument vooronderstelt de waarheid van de liberale visie op eigendomsrechten - een vooronderstelling die niet iedereen deelt. Het is als een fan van klassieke muziek die tegen een metalfan zou zeggen dat deze muziek 'maar wat lawaai is en geen muziek'. Je kan dit als stelling proponeren (maar dan ben je niet aan het discussieren), want het vooronderstelt datgene dat het onderwerp van debat is (of zou moeten zijn), i.e. de visie over wat muziek wel en niet is. Natuurlijk wil ik niet zeggen dat muziek van een gelijkaardig kaliber als discussies over recht en ethiek, maar het maakt wel duidelijk wat het punt is: 'argumenten' die leunen op vooronderstellingen die de ander niet deelt, zijn geen goede argumenten. 'Belasting is diefstal' is een conclusie van bepaalde (liberale) visies, niet een argument ter ondersteuning van deze visies! (Ik zat al langer met deze gedachte te spelen, maar Gene Callahan zijn post was daarover doorslaggevend. Lees ook de discussie die daarop volgde!)

Een ander argument dat ik niet bepaald overtuigend vind, is de stelling dat 'markten efficiënter zijn'. Alweer: los van alle (economische) caveats bij het woord 'efficiënt' vind ik inderdaad dat markten efficiënter zijn. Maar dit argument kan hoogstens gebruikt worden als je bij een bepaalde discussie (zoals een morele) vast zit over wat goed of slecht is. Dat markten efficiënter zijn, is bijvoorbeeld een goed argument in een discussie tussen 2 individuen (die allebei de vooronderstelling delen dat markten efficiënter zijn) waar de ene bijvoorbeeld ijvert voor overheidsinterventie om bepaalde (andere) redenen. De andere kan dan argumenteren dat dit (misschien) waar is, maar dat het niet positief is omdat markten efficiënter zijn (en dus meer kans hebben om het beoogde (morele) doel te bereiken. Het is echter geen argument tegen iemand die deze vooronderstelling niet deelt: wat je moet doen is aantonen dat markten 'efficiënter' zijn (alweer: waarbij we alle relevante caveats niet vergeten). De absurdheid is het beste aangetond in het volgende voorbeeld: stel dat een liberaal tegen een communist argumenteert dat hij het communisme moet verlaten 'omdat markten toch efficiënter zijn!' Het is nogal duidelijk dat de communist hierdoor in de verste verte niet overuigd zal worden, wegens compleet andere ideëen over wat efficiënt is en hoe je dat kan bereiken. (Een beetje communist is opgeleid in de hele theorie van 'de verspilling van competitie', 'de anarchie van productie' en meer van die zaken; die gaat niet ineens op autoriteit van een liberaal aannemen 'dat markten efficiënter zijn'.)

Een derde voorbeeld van dit incorrect gebruik van argumenten, is het verwijzen naar historische voorbeelden (zoals de USSR langs de ene kant en, eventueel, Chili langs de andere kant). Tenzij dat de persoon in kwestie de USSR (of enig ander land/historische situatie) expliciet als voorbeeld aanhaalt om de superioriteit van zijn systeem ten opzichte van jouw voorstel te beargumenteren, val je hier (hoogstwaarschijnlijk) een stropop aan. Er zijn immers perfect redenen te bedenken waarop de USSR minder erg kon zijn, net zozeer als Chili dat had kunnen zijn. (Een argument dat ik soms maak - maar waar ik de validiteit ook betwijfel - is dat ik gerust wil erkennen dat Chili een 'kapitalistische' dictatuur is, maar het aantal doden die dat regime op zijn geweten heeft is wel een stuk lager dan de bekende communistische dictaturen; op het vlak van comperatieve dictaturen, scoort het liberalisme dan toch ook beter - aldus het argument.) Wat je moet doen, is luisteren naar wat de ander wel en niet zegt - wat net zoals er geen uniform liberalisme is, is er ongetwijfeld ook geen uniform nationalisme en socialisme. Bekritiseer de theoretische argumenten met theorie en bekritiseer de praktische voorstellen ook aan de hand van theoretische beschouwingen over waarom het misschien toch niet zo positief is als zij het zien. Hier heb ik dat bijvoorbeeld geprobeerd met de gedachte van een 'democratische planeconomie'.) Het hoeft niet gezegd te worden dat wijzen dat bepaalde dictaturen die zichzelf socialistisch of communistisch noemen dus niet bepaald een argument is tegen het socialisme of communisme zelf, net zoals de zelfverklaarde verdedigers van de vrije markt (zoals de USA) niet bepaald een argument zijn tegen een vrije markt.

Een vierde voorbeeld van een verkeerd liberaal argument is een sociale ongevoeligheid hebben (die wel eens durft te ontstaan). Dit is gelukkig minder een probleem dan het ooit was, maar desalniettemin mag het opgemerkt worden. De huidige politiek-economische inrichtingen zijn er zodanig opgericht om grote zaken te herverdelen via het overheidssysteem maar ook om systematisch mensen het moeilijker te maken om zelf uit de armoede te kruipen (regulering, minimumlonen, contractregulering), etc. Een goed argument focust op beide. Maar, ook hier, mag je es 2 niet vergeten: gebruik niet als argument datgene dat je moet bewijzen. Zeggen 'door de minimumlonen kunnen mensen niet uit de armoede kruipen' kan alleen maar een goed argument zijn als iemand beseft dat minimumlonen armoede veroorzaken (en in dat geval zal iemand er meestal zelf al tegen zijn). Het moet gaan over de gevolgen van het minimumloon; als je iemand daarvan kan overtuigen, heb je het correcte debat gevoerd.

Probeer - en dit is zeker het moeilijkste - te aanvaarden dat je niet alles kan weten. Als het topic verschuift naar zaken waar je niets van weet, tracht dit dan uit te leggen. Ik weet bijvoorbeeld niet alles over alle oorlogen die de USA ooit gevoerd heeft, maar daaruit volgt niet dat ik ineens voorstander moet worden van de niet-liberale positie. Het is niet omdat jij minder weet (of het niet goed kan beargumenteren) dat jouw mening daarom verkeerd is. (Hoogstens dat jij beter 'geen mening' hebt, dan wel een.) Dit geldt, natuurlijk, ook voor jouw intellectuele tegenstander. Uit 'hij weet niet waar hij het over heeft' volgt niet 'dus moet hij maar mijn standpunt aannemen'; hoogstens 'dus hij zou beter zwijgen/zijn mening niet zo luid verkondigen/zich beter informeren alvoor hij daar een luide mening over heeft'. Onwetendheid is niet hetzelfde als verkeerd zijn - dat geldt voor beide kanten van het debat. Probeer daarom ook niet de ander (nodeloos) te overtuigen met jouw uitgebreide kennis; probeer bij de pinken te blijven. (Als de ander echter iets zegt waar je veel over kan zeggen dat dat flagrant tegenspreekt, dan kan je dat natuurlijk altijd doen. )

Een voorbeeld: een tijdje geleden zei iemand tegen mij dat hij 'vond' (lees: 'hoopt' of 'dacht') dat de veranderingen van Obama in de gezondheidszorg tot een verbetering voor iedereen zou leiden. De manier waarop ik het heb aangepakt is de volgende: ik heb de voorzichtige positie genomen dat ik al een hoop negatieve gehoord had over die wet. 'k heb dan gezegd: stel dat deze zaken waar zijn, zou je dan nog voorstander zijn van die wet? Als hij dan zegt 'ja', dan is het aan jou om trachten te bewijzen waarom deze veranderingen (als ze waar zijn) toch slecht zijn. Als hij dan zegt 'nee', is het aan jou om aan te tonen dat die zaken waar zijn. Maar op deze manier kan je effectief het debat uit elkaar houden. Anders krijg je zoiets in de trend van: jij citeert Cato en hij valt dan Cato aan en je bent de (correcte) discussie kwijt.

Bottomline is: probeer de vooronderstellingen (waarom verschilt de andere van mening?) te zoeken en daarover te praten en niet over elke concrete toepassing. En probeer het zodanig aan te pakken dat je het altijd maar over 1 iets tegelijkertijd hebt (en niet bijvoorbeeld tegelijkertijd over de geloofwaardigheid van Cato en hun kritiek op Obama).

donderdag 31 december 2009

Debatteren met een andere ideologie

Onlangs was ik, voor de zoveelste keer, verwikkeld in een discussie met iemand met een complete andere ideologie, i.e. een Marxist. Al heel snel was ik in het debat overgestapt van het simpelweg antwoorden op zijn (verkeerde) opmerkingen naar trachten uit te leggen dat hij op een verkeerde manier discussieert. De persoon in kwestie begon hierna met de typische verwijten ('rookgordijn', 'gebrek aan intellectuele inhoud', etc.) die je op zo'n moment kan verwachten, waaruit ik kon afleiden dat hij het punt niet snapte (of niet wou snappen of niet dacht dat het waar was of...) Het was nochtans iets dat ik tegen iemand van een gelijkaardige ideologie zou zeggen als hij op de wijze aan't discussiëren was met een Marxist als dat de Marxist met mij aan het discussiëren was.

Indien je in een debat zit, heb je altijd enkele presupposita. Bijvoorbeeld: als ik met een andere liberaal discussieer, hebben we allebei de presupposita dat markten redelijk goed werken, dat private eigendom en contractuele vrijheid belangrijk is, etc. Als 2 Marxisten met elkaar discussieren, dan kan ik mij inbeelden dat zij de arbeidswaardetheorie, de kapitalistische klassenstrijd en dergelijke zaken als presupposita hebben. Daar moeten zij niet meer over discussieren: zij kunnen dit als gegeven (in de discussie) beschouwen en daarop verder bouwen. Op gelijke wijze kunnen 'de liberalen' bepaalde zaken als gegeven beschouwen en zo verder discussiëren: je weet immers dat er gemeenschappelijke vooronderstellingen zijn.

Echter; als een Marxist met een liberaal discussieert zijn er presupposita die helemaal niet gelijk lopen. Dit punt is natuurlijk de evidentie zelve, maar is wel belangrijk te onthouden. De liberaal kan onmogelijk als argument aanhalen iets in de zin van: 'Ja, maar het is onrechtvaardig om geld te nemen van anderen: die kapitalist heeft dat eerlijk verdiend!' De vraag of een kapitalist eerlijk zijn geld heeft verdiend is juist iets dat een Marxist in twijfel trekt dus kan je dat niet als argument gebruiken tegen een Marxist! Natuurlijk kan je dat wel zeggen. Je kan zeggen: 'die heeft dat verdient!' Maar dan ben je niet met een Marxist aan't discussieren; maar simpelweg je eigen ideologische mantra's aan het opsommen tegen iemand die deze niet deelt. Op analoge wijze maakte de Marxist in kwestie gelijkaardige fouten ten opzichte van mij: hij vooronderstelde bijvoorbeeld de (Marxistische) overproductieanalyse in een bepaalde analyse, hij vooronderstelde de Marxistische klassenstrijd en nog enkele zaken: presupposita die ik niet deel. Daarmee kan je mij dus niet bepaald overtuigen, en het is dat dat ik hem trachtte uit te leggen, met de gebruikelijke arrogante reactie als gevolg. Terwijl mijn punt heel terecht is, me dunkt.

Als je discussieert met een andere ideologie moet je het ofwel over de fundamenten, i.e. de presupposita hebben of je beperken tot argumenten die de andere kan aanvaarden (gegeven zijn presupposita). Het is onzinnig om argumenten aan te halen die steunen op presupposita die de ander niet deelt; onafhankelijk van wat de ideologie is. Indien je discussieert zonder hiermee rekening te houden, blijf je op een muur van onbegrip botsen en houdt elke mogelijkheid tot mogelijke eenwording op. Wat overblijft is wat op elkaar schelden (al dan niet tegen elkaar) over hoe dom en onwetend de ander is. Simpelweg omdat je vergat rekening te houden met elkaars vooronderstellingen.

Hierbij kan er ook nog gezegd worden dat het moeilijk is om deze vooronderstellingen te kennen en te begrijpen. De stropoppen (en de verkeerde economische inzichten) die de persoon in kwestie hanteerde (en beschouwde als mijn inzichten notabene!) waren triestig, maar ongetwijfeld heb ik hetzelfde gevoel ook al bij Marxisten veroorzaakt.

donderdag 24 december 2009

Cato-unbound: libertarian past and prospects

Kan je hier vinden. Lees vooral de eerste bijdrage van Tyer Cowen. Wat denk jij ervan?

Roderik Long over centralisme

Long over de zaak Kelso: hier.
"I am opposed to giving the Federal government the power to impose libertarian standards on the States, for the same reasons that I would oppose giving the United Nations the power to impose libertarian standards on the U.S. This is not because I think federalism takes precedence over individual rights, but rather because I think federalism is a better long-run strategy for protecting individual rights. Now I would not oppose giving either the U.S. or the U.N. the power to impose libertarian standards on its members if this power could be guaranteed to be exercised in a reliably libertarian manner in actual practice; but what guarantees this? The power to impose libertarian standards is also the power to impose non-libertarian standards; as Barry Goldwater (or perhaps Karl Hess) famously remarked, "A government that is big enough to give you everything you want is big enough to take it all away.""
Een les die onthouden moet worden.