donderdag 7 oktober 2010

Libera-debat 4 oktober: een bedenking


Eergisteren had ik het geluk het allereerste Libera-debat te kunnen bijwonen. Daar discussieerden Paul De Grauwe (de bekende Leuvense prof/ex-liberaal), Koen Schoors (een minder bekend intellectueel zwaargewicht van de UGent) en Johan van Overtveldt (oud-hoofredacteur Trends, nu algemeen directeur van de denktank VKW Metena) over wat de overheid moet doen tijdens deze recessie. Alain Mouton, journalist bij Trends, modereerde het gebeuren. Het was een boeiende avond op niveau maar ik stoorde mij aan bepaalde aspecten van de benadering van de heren. Uit de aankondiging:

De westerse wereld maakt momenteel een zware financieel-economische crisis door, wellicht de zwaarste sinds de Grote Depressie van de jaren '30. Vrijwel alle overheden in Europa en de VS zijn zwaar in het economisch verkeer tussen gekomen, met enorme begrotingstekorten en een snel stijgende staatsschuld tot gevolg. Maar nog steeds zijn de economische schokken niet helemaal verteerd, en dreigen we opnieuw in een groeivertraging terecht te komen.

Hoe moet het nu verder? Blijven stimuleren, zoals de VS willen, maar wat met de enorme staatsschuld? Of kiezen we voor saneren, met het risico dat we opnieuw in een economische dip terecht komen?

Het debat begon wat saai, aangezien de heren het op heel wat vlakken eens leken te zijn. Zo hadden de overheden goed ingegrepen tijdens de crisis, vooral op monetair vlak. Ook vond het podium dat de politiek misschien al te snel begint te praten over saneringen: op het podium leefde duidelijk de vrees dat een vermindering van de overheidstekorten tot een groeivertraging zou kunnen leiden. Als de privé niet uitgeeft, dan moet de overheid het maar doen, in essentie een simpel principe dat (al dan niet terecht) aan J.M. Keynes wordt toegeschreven. Maar waarom consumeert en investeert die private sector minder? Misschien wel omdat ze vrezen dat de grote overheidstekorten vandaag hogere belastingen betekenen voor morgen. Er is dus de mogelijkheid dat indien de overheid bespaart, de private sector de groeimotor weer overneemt. De econoom Alberto Alesina verdedigde dit onlangs, maar zijn studie kwam dit weekend onder vuur te liggen, iets waar Alesina niet licht over ging.

Ons interesseert niet de precieze discussie over zijn paper (die eerder saai methodologisch is), maar hoe de Libera-sprekers de kwestie van economische groei, nu en later, benaderen. In mijn ogen was hun visie op economische groei nogal kortzichtig. Ze leken mij zich te weinig de vraag te stellen waarom private groei op dit moment zo laag is. De meeste economen geloven dat dit is omdat er te weinig vraag is, met als gevolg dat de economie onder haar potentiële output produceert. Maar is die benadering wel zo nuttig?

Weerwoord over de kwestie van te weinig vraag wordt geleverd door Alberto Alesina (zie boven). Maar wat moeten we verstaan onder "potentiële output"? Het outputpotentieel wordt gedefinieerd als de groei die een economie kan kennen zonder 'te hoge' inflatie te kennen en geschat op basis van een historische trend. We kunnen ons echter serieus de vraag stellen of zo'n trend doortrekken wel geoorloofd is. Indien het zo is dat deze recessie reële economische oorzaken heeft, kan het zijn dat de economie structurele aanpassingen nodig heeft. De economie moet herberekenen en het in de tussentijd misschien wel stellen met lagere groei:

The economy needs to reallocate labor away from housing and related industries and into other industries. This means that the composition of the work force has to change, which takes a lot of time. Meanwhile, unemployment rises, which causes further disruption (there are multiplier effects).

In addition, the economy needs to reallocate its financial sector. It needs less banking involved in mortgage funding, and it needs more banking involved in venture capital. This requires changes in skill sets, in the structure of financial institutions, and so forth. Once again, this takes a lot of time, and meanwhile unemployment rises.

The Recalculation story can be thought of as an Austro-Keynesian model. It is Austrian in that it emphasizes the role of markets in processing information. During a Recalculation, there is too much information to be processed in too little time. The story is Keynesian in that during the Recalculation there are multiplier effects. Unemployed people cut back on their spending, and that in turn requires further adjustment, including more temporary unemployment.

Lagere groei nu, zodat we later hogere groei kunnen hebben. Aangezien een economie zich niet met alles tegelijk kan bezig houden niet zo onlogisch, toch? Toch was dit idee afwezig op het Libera-debat. Enkel Johan Van Overtveldt betoonde het idee van micro-economische aanpassingen kort lippendienst. De consensus was dat overheden zeker niet te vroeg mochten besparen, en zich desnoods daarbij verder in de schulden mochten steken. Daarmee werken overheden misschien wel het structurele herstel tegen, en kopen ze de groei van vandaag ten koste van de groei van morgen. Een huiveringwekkend perspectief in het licht van toekomstige uitdagingen.


Cross-posted op http://mediatingeconomics.wordpress.com

Geen opmerkingen: