zondag 13 december 2009

Over bankiers en schuld

Ik heb het over de sectie die fanatiek (niemand ontkent dat er veel van waar is, natuurlijk) vindt dat de huidige crisis is veroorzaakt door bankiers die met overmatig "fractioneel bankieren" teveel geld in omloop hebben gebracht en daarmee zeepbellen hebben gecreëerd - uiteindelijk ook maar een vorm van inflatie (1). Bovendien zal je vaak zien, soms in dezelfde zin waarin ze schrijven dat het de schuld van speculerende bankiers is... dat het allemaal de schuld van de overheid is!

Bron: blog speels maar serieus

Los van hoe je denkt over de hele heisa, snap ik niet goed waar de schrijver de pretentie vandaan haalt om hier een inconsequentie vandaan te halen. Vergelijk bijvoorbeeld met iets gelijkaardigs. 'De reden dat dit restaurant failliet is, is de slechte bediening en voedsel. De schuld hiervan ligt bij de manager die de verkeerde beslissigen heeft genomen.' Analoog: 'de oorzaak van de financiële crisis ligt bij het fractioneel bankieren, opgeklopt met geldcreatie van de FED. De schuld hiervan ligt bij de overheid die dit proces mogelijk heeft gemaakt via allerlei wetgeving. Indien de overheid dit proces niet mogelijk had gemaakt, dan zouden de bankiers die zaken ook niet gedaan hebben.'

De auteur in kwestie vergist proximate en ultimate cause. Het is niet omdat sommige mensen een analyse maken van een proximate cause, dat dit dan in conflict zou komen met de ultimate cause. Als de overheid de oorzaak is van het (overdreven) speculeren van de bankiers met fractioneel reserve bankieren, dan klopt de redenering die de schrijver zo hard hekelt - het gaat gewoon over verschillende 'oorzaken' in de keten van gebeurtenissen.

Lijkt me niet van dezelfde aard als zeggen: 'Indië is kapitalistisch. Marx zei dat kapitalisme zorgt voor meer armoede. Dus: Indië heeft meer armoede.' Als je dan de eerste assumptie aanvaardt ("Indië is kapitalistisch") en ontdekt dat Indië wel degelijk rijker is geworden, dan scheelt er iets met het punt van Marx. (Een andere mogelijke reactie is concluderen dat Indië niet-kapitalistisch is, simpelweg omdat het rijker wordt. Maar dan vraag ik me af of je dan niet gewoon kapitalisme hebt gedefiniëerd als 'een economisch proces dat mensen verarmt', wat niet echt de gangbare definitie is. Ik denk dan zeker niet dat Marxisten nog echt kunnen discussieren over kapitalisme met liberalen, vermits dat het dan duidelijk anders gedefinieerd zal worden.)

Het klopt dat een opgeblazen geldcreatie in verhouding tot de beschikbare productie leidt tot allerlei vormen van inflatie, inclusief zeepbellen. Maar ze vertellen er nooit bij dat, in verhouding tot dezelfde aankoopbare productie, een gebrek aan geldmiddelen leidt tot een even vermorzelende deflatie (2).

En met goede redenen: deflatie omwille van productiviteitsstijgen zijn dan ook geen probleem. (Deflatie omwille van een geldcontractie, i.e. een gigantische val van de geldhoeveelheid, zou dat wel kunnen zijn. 'k ben niet geheel overtuigd van de argumentatie, maar laten we, for the sake of argument, die discussie nog scheiden.) Maar simpelweg een prijsdaling omdat er evenveel geld is, maar meer goederen die verhandeld kunnen worden aan hetzelfde geld: dát is geen enkel probleem. De auteur in kwestie aanvaardt dit niet - en heeft al een paar keer proberen te argumenteren tégen deflatie. Die argumenten blijven tot op heden niet overtuigend (en ze blijven niet overtuigend voor goede redenen). Maar de auteur moet niet doen alsof 'de anderen' nooit waarschuwen tegen de 'verschrikkelijke deflatie'; het is eerder zo dat 'de anderen' dit geen probleem vinden (en vinden dat ze daar goede redenen voor hebben.)

Doen alsof de anderen goed weten dat dit monsterlijke effecten zullen hebben, maar daar zedig over zwijgen - zoals hij hier dus tracht te doen - is derhalve intellectueel niet bepaald eerlijk. Correcter is het om te zeggen dat hij niet akkoord gaat met 'de anderen' hun opinie over de wenselijkheid van de effecten van deflatie.

en dat de inflatoire crisissen nauwelijks meer dan eilanden van uit de hand gelopen experimenten waren, om precies die constante deflatie te bestrijden.

Ik weet niet welk geschiedenishandboek dat hij gebruikt, maar ik vind de aanhoudende geldcreatie sinds het begin van vorige eeuw toch niet bepaald 'uit de hand gelopen experimenten' om de 'constante deflatie' 'te bestrijden'. De geldhoeveelheid stijgt jaarlijks eenvoudig met minstens 3 procent (soms uitschieters van 10.) Dat is toch wel wat meer dan de 'constante deflatie' te bestrijden. (Deflatie die, overigens, een positief fenomeen is in mijn overtuiging.)

met hoe Europa zichzelf heeft ontwikkeld met allerlei wetenschappelijke, technologische en financiële innovaties: allemaal juist in de tijd dat overheden belangrijker werden en de bankiers meer en meer fractioneel bankieren toepasten...

Dit kan overigens gelden als een type voorbeeld van 'post hoc ergo propter hoc'. Compleet in lijn met de liefde voor Popper van de auteur, moet er immers niet meer beargumenteerd worden over hoe dit proces conceptueel verloopt. We moeten puur op de empirische correlatie aanvaarden dat deze innovaties gepaard gaan (en veroorzaakt werden door) het fractioneel bankieren. De conceptuele analyses die duidelijk maken dat fractioneel reserve bankieren zorgt voor (1) een verdere belasting op je geld, (2) sparen (en dus ook pensioensparen) moeilijker maakt (en dus mensen afhankelijker maakt van de overheid) en (3) businesscycles (en dus onstabiele 'groei', die gepaard gaat met een negatieve aanpassingsperiode, worden simpelweg genegeerd.

Als hij die al zou weten, dat is. Maar dat zou wel moeten; de auteur beschouwt zichzelf als een Hayekiaan en het is juist voor dát onderzoek dat Hayek de nobelprijs heeft gekregen. Het onderzoek naar de relatie tussen kapitaal, geld, businesscycle en rentevoeten.

mèt Karl Popper, afvragen wat er moet gebeuren opdat je zal inzien: mijn theorie capteert niet altijd en overal de realiteit, niets dan de realiteit, en heel de realiteit.

Maar sommige zaken zijn a priori waar. De auteur hanteert hier immers een stropop: het is 1 ding om te zeggendat sommige zaken (en redeneringen) a priori en noodzakelijkerwijze waar zijn, en een andere om te beweren dat je de hele realiteit 'capteert'. De epistemologische problemen met de theorie van Popper zijn bekend (en gaan buiten de limieten van deze blogpost). Maar snel nog even dit: waarneming alleen is irrelevant. Je hebt een conceptuele theorie nodig om deze zaken te begrijpen. Sommige theorieën zijn daarbij noodzakelijkerwijze waar, en andere noodzakelijkerwijze vals, puur omdat ze onzinnig zijn (zonder dat daarbij 1 enkele empirische waarneming aan te pas moet komen). De eenzijdige nadruk die de auteur legt op 'waarnemingen' is dus misleidend; waarnemingen hebben zware beperkingen. Om te beginnen zie je met een waarneming nooit de counterfactual - die niet vergeten mag worden voor een correcte analyse van een bepaald fenomeen.

Ach, ik wijk af. Het was vooral irritatie omdat de auteur een overduidelijke epistemologische fout maakte, maar ik kon het niet laten om iets meer commentaar te geven dan wat ik oorspronkelijk al deed. Misschien het meest irritante is de auteur zijn simpele afwijzing van anderen als 'dom-rechts' zuiver omdat ze andere meningen hebben op het gebied van methodologie, epistemologie en, in dit concrete geval, deflatie. Ongetwijfeld dat de auteur meent dat de desbetreffende mensen daarom dom zijn en ik twijfel er niet aan dat hij deze blogpost ook simpelweg zal categoriseren onder 'dom' - ik heb namelijk deflatie verdedigt, Popper (en waarnemingen) bekritiseert en gezegd dat het niet zo onlogisch is om tegelijkertijd te zeggen dat bankiers en hun fractioneel reserve bankieren enerzijds en de overheid anderzijds beide schuld hebben aan de crisis. Ongetwijfeld ben ik daarom in de ogen van de desbetreffende auteur 'dom rechts'. Het enige wat hij daarmee bedoelt, is dan ook 'anders rechts'. Maar hij heeft de claim op de waarheid - hij heeft immers het kennisrelativisme van Popper in de hand. Begrijpe wie nog begrijpe kan.

Geen opmerkingen: