dinsdag 15 december 2009

Wat maakt iemand een liberaal? (Deel 2)

Een vervolg op 'wat maakt iemand een liberaal?'

Het lijkt mij sterk dat ik ooit stop met liberaal te zijn (enkele nuances niet te na gelaten). Dit omdat de essentie van mijn gedachtegoed - hoogstwaarschijnlijk - gevormd is, en dat ik betwijfel of ik ook argumenten tegen ga komen die de essentie daarvan onderuit gaan halen.

Ik bekijk, in essentie, de samenleving als een proces van allerlei individuen (die zichzelf vaak organiseren in groepen) die hun doelen trachten te bereiken, gegeven de institutionele setting van hun omgeving (waar ook de eigendomsrelaties toe behoren). Ik ben van mening dat in alle handelingen een ondernemend element zit - i.e. dat er altijd een element in zit dat elementen creëert, soms winstgevend, soms verlieslatend. Het geheel van de samenleving is in essentie een 'gegroeide orde' zonder dat er een 1 overheersend doel is - in tegenstelling tot allerlei andere gecreëerde ordes, die wel een (al dan niet duidelijk) uniform doel hebben. 'k beschouw solidariteit als iets endogeen aan het gros van de mensen en ik denk dat politieke processen doorgaans minder goed zijn om de wensen van de bevolking te vertalen. En ik denk dat het merendeel van alle mensen wel degelijk begaan zijn om de mensen in hun naaste omgeving en dat het meer een verhaal is van instituties dan een verhaal van 'of de mens goed of slecht is'.

Dat is ongeveer de essentie van mijn positieve gedachtegoed, op basis waarvan ik een (groot) deel van mijn liberalisme beargumenteer. Er zijn argumenten voor elk van deze standpunten, die buiten het aspect van deze post vallen. Maar 'k zie niet goed in - indien je de descriptieve-empirische essentie van het liberalisme op deze manier omschrijft - waarom het liberalime zo'n rare en niet-populaire stroming is.

Enfin; de grootste misvatting zit hem, volgens mij, in de rol van solidariteit in de samenleving (en de oppositie om dit te organiseren via de overheid) enerzijds en de rol van eigendomsrechten, contracten en de bepaling van lonen anderzijds. Als we de discussie kunnen framen dat het gaat over een meningsverschil omtrendt die zaken - en dan kunnen discussiëren over de waar- of onwaarheid daarvan - dan denk ik dat we al een heel eind verder zijn.

Geen opmerkingen: